Door Diete Sybesma
In mijn werk als stembevrijder komt het onderwerp “verbinding” nogal eens naar voren. Wanneer ontstaat verbinding? Waar begint het? Ik vind het een mooie vraag om te onderzoeken en om steeds wat meer in te leren en ont-dekken, via mezelf, via mijn cursisten en aan het leven. Eén ding is me al wel duidelijk geworden: Je kunt pas van “wij” spreken als je eerst “ik” kunt zeggen.
Een gevoel van verbinding ervaren met de mensen om ons heen is na veiligheid één van de grote basisbehoeftes van ons als mens. Je ergens aan of mee verbinden kan pas ontstaan als we ons veilig genoeg voelen en we het vertrouwen hebben dat we ons kunnen openen. Als we dat vertrouwen hebben is er een mogelijkheid om puur en waarachtig te zijn mèt en ìn al onze kwetsbaarheid.
Als we ons niet veilig genoeg voelen bij de ander, en in ons zelf, komen we onze kwetsbaarheid tegen. Kwetsbaarheid is verbonden met schaamte, angst en afkeuring, kwetsuren die we in ons leven hebben opgelopen. Om dit te verbloemen en niet te hoeven voelen, gaan we steeds meer ons best doen. We gaan van dit lastige gevoel weg, omdat het onaangenaam is en zo gaan we dingen doen die steeds verder van ons zelf af komen te staan.
Bij het zingen wordt dat meteen zichtbaar. We gaan zingen op een bepaalde manier, om aan een bepaald ideaal te voldoen. Ik noem dat zingen van buiten naar binnen. Om bij anderen in de smaak te vallen en niet af te willen gaan, doen we zo hard mogelijk ons best om een zo mooi mogelijk eindresultaat te krijgen. Dit geeft ons zoveel druk, spanning en afkeur (vaak het meest van ons zelf), dat we het daarom soms maar helemaal niet meer proberen. Ons verlangen naar goedkeuring van de ander wint het van het verlangen naar waarachtig zijn en zijn met wat zich nu aandient. We verliezen daarin het contact met ons zelf en waar het ons werkelijk om gaat. Als we het contact met ons zelf verliezen, is er weinig kans op contact met de ander.
Het kan ook anders: Van binnen naar buiten zingen. Door contact te maken met jouw gevoel en je lichaam geef je klank aan wat er op dat moment in jou leeft. Je vol moed laten horen, ongeacht wat er op dat moment blijkt te komen, zonder oordeel en ongeacht het resultaat. Je zingt omdat je het verlangen hebt te zingen en jezelf te laten horen, niet om iets te bereiken. Dit gaat vaak moeiteloos. Ja, meestal moeten we eerst door allerlei emoties, geworstel en gedoe heen, maar daaronder komen we vroeg of laat bij “ruimte”, “vrijheid”, “liefde” en/of contact uit.
Hoorbaar en zichtbaar worden op deze manier, kan zo een enorme verrijking zijn!
Wij hebben allemaal een diep verlangen om gehoord en gezien te worden!
Ik besta en wil contact! Dit ben ik, met alles! Als ik alles kan laten horen, helemaal kan laten horen wie ik ben in mijn tempo, met al mijn gedoe, wil jij het dan horen? Kùn jij het horen? Dit bij jezelf toestaan is heel spannend, voor beide kanten; degene die zingt en diegene die luistert. Als ik dat voor mezelf kan voelen en de ander kan voelen wat het bij hem/haar teweeg brengt, ontstaat er contact; dan is er sprake van “wij”. Onze harten vinden elkaar, dan maken we verbinding.
Als wij ons beiden kunnen openen voor wat er in ons leeft, dan kunnen we elkaar ontmoeten, een wonder!