Door Jan-Willem de Goeij
Het enige wat het leven van de mens vraagt is op te staan en te gaan. Om te ontdekken wie we zijn en met dat wat we ontdekt hebben naar buiten te komen en het aan te bieden. Op zelfgeregelde tijden past het hiervoor hulp te halen. Er is een heel scala, van A t/m Z, aan helpende ‘handen’. Van Aandachttraining tot en met Zingevingstherapie.
Het gaat daarbij niet zozeer om ons toe te rusten met iets nieuws, omdat het oude niet meer voldoet. Het is eerder een ont-dekken, letterlijk vrijmaken van de blauwdruk, de matrix, die ten grondslag ligt aan ons bestaan: welke krachten willen zich openbaren, welke principes bepalen mijn doen en laten?
De mens heeft steeds vormen gevonden die helpen om te doorgronden wie we zijn en wat we te doen hebben. Die vormen blijven een hulpmiddel en geen doel op zich, maar herbergen vaak ongekende krachten in zich.
Zo’n vorm die ik ontmoet heb, is het labyrint. Het leidt je al cirkelend om een centrum naar dat centrum en je gaat dezelfde weg terug naar buiten. Al gaande ben je nu eens dichter bij dat centrum, dan weer verder er van af. Net als in het ‘echte’ leven: je bent op zoek naar de kern van je bestaan of een zaak; je denkt er dicht bij te zijn en dan ben je er toch weer verder van weg. Het enige wat het van je vraagt is de loop te blijven volgen en in beweging te blijven.
Het is elke keer wonderlijk wat de ervaringen en bevindingen van de labyrintlopers zijn:
“Ja, gewoon gaan. Op weg gaan. Ik ben me bewust van de andere labyrintlopers, die ik tegenkom, die mij tegemoet komen op hun eigen weg. Ik heb mijn eigen weg te gaan. M’n eigen gang te gaan.”
“In het midden ontmoet ik de ontspanning. De terugweg gaat soepeler. Ik merk dat ik zwierender door de bochten ga, soepeler de wendingen maak en mijzelf bijbeen, ongeacht hoe langzaam of snel ik ga. Ik loop bij mijzelf in de pas. Het is ontspannen!”
“Loop ik het labyrint of loopt het labyrint mij?!”
Wat belangrijk is om te zeggen over deze vorm, deze structuur, is dat het niet vraagt erin te geloven of er een uitgebreide kennis van te hebben. Het labyrint biedt zich onvoorwaardelijk aan je aan. Het vraagt slechts van jou respect en een innerlijk oog en oor te hebben voor jouw intenties en vragen: hoe loopt mijn leven, hoe loop ik mijn leven, wat mag ik meer, minder belopen?
Het woord labyrint roept veelal de eerste associatie op van: doolhof. Het is ook de betekenis die op veel plekken te boek staat. Het schept daarmee een duister beeld en doet duivelse motieven vermoeden, van eindeloos dolen en verdwaald raken, van tegen muren lopen en er niet meer uitkomen.
Bijzonder echter aan het labyrint is dat het juist de draad van liefde is, de draad van Ariadne, die ons als held in ons eigen bestaan, helpt de weg te vinden in de labyrintische gang van dat eigen bestaan. In een elfje dichtte ik ooit:
Samen
en zelf,
de weg gaan.
Uitkomen bij de kern.
Liefde!
Ieder voor- en najaar faciliteren Jan-Willem de Goeij en Anna Schreiner op een zondagochtend een labyrintloop. De eerstvolgende keer is zondag 22 april. Wil je niet wachten? Ga dan in Nijmegen naar de Waalkade en loop het Waterlabyrint van de kunstenaar Klaus van de Locht of elk labyrint dat je kent of tegenkomt.