Door Tanja Konig
Uit onderzoek blijkt: mensen die geven zijn gelukkiger. En zo is het: Niks leuker dan iemand blij maken. Wij in het rijke westen lijken echter nog niet zo doordrongen van dit inzicht! Hoe veel we ook hebben, het kan altijd meer. Eten, warmte en veiligheid zijn natuurlijk basisbehoeftes, maar die zijn (meestal) al lang vervuld. Toch blijven we vergaren en we vergeten te geven. Waarom?
Wanneer geef ik gemakkelijk? Geven is het “jezelf geven aan de wereld”: door liefde, werk, daden, creativiteit, etc. Meestal doe ik dat als ik me goed voel, tevreden met mezelf. Als ik niet lekker in mijn vel zit, lukt me dat niet goed. Al weet ik dat ik me beter zou voelen als ik het wel zou doen! Nee hoor, ik duik in mezelf en wordt kriegel en depri.
Je moet dus zelf tevreden zijn om te kunnen geven. Maar hoe bereik je dat?
Het verwarrende antwoord: door te nemen. Dat is lastig, want al zijn we nog zo behoeftig, niemand mag het zien! Je bent toch niet zielig! Er is bovendien een taboe op gulzigheid en gretigheid. Je hoort de ander altijd het grootste stuk te geven. Alleen in anonieme situaties nemen we ongeneerd. Ik wil een lans breken voor openlijke gulzigheid en genieten!
Ik bedoel nu niet dat je aan de drank moet gaan. Verslavingen verhullen je werkelijke behoeftes. Heel veel mensen zijn ooit zoetgehouden met onbevredigend voedsel. Of ze moesten in de behoeftes van hun ouders voldoen. Veel mensen moesten als kind al zoveel geven, dat ze hun eigen behoeftes zijn ondergesneeuwd.
Ik bedoel wél: intens genieten van dat wat je tot je neemt. Erkennen van je behoeftes, je verlangen en daarmee je kwetsbaarheid en afhankelijkheid van de ander (wees niet bang, het is wederzijds!). Het blij durven ontvangen van giften van de ander. Niet zeggen “Dat had je niet moeten doen”. Hoe zo niet? Geniet er nou eens van! Is voor die ander ook veel leuker.
En als je dan je buikje en je huis vol hebt, en je bent toch niet vervuld, dan moet je eens verder gaan kijken. Van wie kreeg je vandaag liefde, in de vorm van een knuffel, een bos bloemen, een knipoog, een lekkere maaltijd? Wie zag het toen je je mooi had gemaakt? Wie hing de slingers op voor je verjaardag? Wie droeg je boodschappen? Wees gulzig hiernaar, én gul hiermee. Iedereen blij.